Herinneringen – wat is waar?

De burgerlijke stand en de kerkboeken zijn besproken. Daarmee hebben we de belangrijkste bronnen voor de harde gegevens gehad: namen en geboorte-, huwelijks- en sterfdata. De kale stamboom kan hiermee gemaakt worden. Maar het wordt pas echt leuk als er verhalen omheen komen! Iedereen kent wel familieverhalen en iedereen heeft eigen herinneringen. Ik deel graag een herinnering over het eerste contact tussen Anton en Jacob.

Serie stamboomonderzoek deel 7: Hoe betrouwbaar zijn je herinneringen?

Hoe Anton en Jacob begonnen

Geboorteakte van Sijds Lautenbach 1856

Mijn vader Anton Gerard Lautenbach begon het onderzoek naar zijn familie in 1944. Hij was 17 jaar, had zijn MULO diploma gehaald en verveelde zich. Zijn zus had wel een suggestie: ‘Kun je niet eens uitzoeken wat er klopt van de verhalen van moe?’ Dat vond hij wel een goed idee. Zijn eerste brief schreef hij op D-Day, 6 juni 1944. Het was het begin van een levenslange hobby.

Jacob Lautenbach ziet in 1971 op een tentoonstelling in Tzummarum een doopboek van de hervormde kerk. Het boek ligt open op een pagina uit 1856. Zijn oog valt op de vermelding van de doop van zijn grootvader Sijds, zoon van Uilke Lautenbach. Het raakt hem en zet hem aan om naar het archief in Leeuwarden te gaan.

Begin jaren 70 komt Jacob in Groningen wonen, waar Anton al zijn hele leven woont. Anton en Jacob komen met elkaar in contact. Hoe is dat gegaan?

Hoe ze elkaar vonden – volgens Ineke

Op een avond was Anton naar iemand toe om het over de stamboom te hebben. Terwijl hij daar zat belde hij naar huis. Hij vroeg mij en mijn broer om ook te komen en een paar van zijn mappen mee te nemen. Hij noemde de nummers die op de ruggen van die mappen stonden. Wij pakten de mappen en stapten op de fiets.

Later vertelde hij dat Jacob hem had gebeld. Jacob was in Groningen komen wonen en had in het telefoonboek gekeken of er mensen met de naam Lautenbach in stonden. Mensen met dezelfde naam stonden alfabetisch op voorletter, dus Jacob schoot meteen raak: Anton stond bovenaan.

Zo herinner ik mij het eerste contact.

Hoe ze elkaar vonden – volgens Jacob

In het interview van Catharina Lautenbach met Jacob, dat te vinden is in Familieblad 62, vertelt Jacob hoe hij zich het eerste contact herinnert: ‘Anton Lautenbach zocht mij in Groningen op en zei “Ik doe aan genealogie en Henk Lautenbach in Hengelo houdt zich daar ook mee bezig” ’.

Ik combineerde dit verhaal meteen met de gewoonte van Anton: telefoonboeken nakijken. Overal waar wij kwamen keek mijn vader het telefoonboek na op de naam Lautenbach. Thuis checkte hij ieder jaar ons eigen telefoonboek, zodra de nieuwe editie bezorgd was. Een nieuwe vermelding J. Lautenbach zal hem meteen zijn opgevallen.

Hoe ze elkaar vonden – hoe het (waarschijnlijk) echt ging

Anton en Jacob, waarschijnlijk in 1991 op de familiedag in De zeven Marken te Schoonoord

Maar het zit toch anders. De eerste versie van dit stukje legde ik aan Jacob voor en was benieuwd naar zijn reactie. Die was verrassend: er is geen telefoonboek aan te pas gekomen, want Jacob had in Groningen geen telefoon.

Anton werkte in die tijd bij de EGD (Electriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe), op de afdeling waar onder meer de nota’s gemaakt en verstuurd werden. Hij had dus toegang tot het klantenbestand en had daarin J. Lautenbach in Groningen gesignaleerd. Hij noteerde het adres en ging eens langs. Volgens Jacob heeft Anton het zo aan hem verteld.

Wat een verhaal! Met de huidige privacy regels volkomen onvoorstelbaar. Maar het zou heel goed kunnen kloppen.

Herinneringen zijn niet altijd betrouwbaar

Misschien kent u in eigen omgeving het verschijnsel ook wel, als u herinneringen ophaalt met familie of vrienden. Iedereen heeft zich in de loop der jaren een eigen verhaal gevormd en al die verhalen verschillen enigszins van elkaar. Voor de vertellers is hun eigen versie waar, ook al spreken ze elkaar tegen.

Is dat erg? Ik vind van niet. De kern is vaak wel te achterhalen. En waarom kun je een verhaal niet vanuit verschillende standpunten vertellen? Het wordt er alleen maar rijker door.